Dealen met tegenslag
Omgaan met tegenslag is ook een leervoorwaarde, omdat kinderen moeten kunnen doorzetten als iets niet lukt. Leren doe je voor een deel door fouten te maken en als je daar niet tegen kan, belemmert dat je ontwikkeling. Iets als woordjes leren, kan ook enorm veel stress opleveren, als je je ‘dom voelt’, elke keer dat je een woordje niet weet.
Kinderen leren bij ons dealen met tegenslag via een omweg. Namelijk door alle andere dingen die ze bij ons doen. Daar krijgen ze zelfvertrouwen van en dat is het beste middel tegen onzekerheid en faalangst. Het is niet constructief voor iemand met faalangst, om daar te bewust mee bezig te zijn.
Ook wanneer kinderen nog erg onzeker zijn, kunnen ze leren omgaan met tegenslag. Gewoon door te ervaren dat het erbij hoort: het leven is een kwestie van vallen, opstaan en weer doorgaan. Dealen met tegenslag is ook een kwestie van leren doorzetten en (zelf)discipline. Wetenschap en techniek zijn voor veel kinderen een leuke manier om te leren doorzetten:
- Proberen om met bruistabletten een kurk tegen het plafond te schieten.
- Net zolang proberen tot ze de perfecte slijm kunnen maken.
- Een pijl en boog bouwen en dan proberen een doelwit te raken.
Dit soort uitdagingen zijn een opeenstapeling van tegenslag tot het een keer lukt. En dan super trots zijn natuurlijk! Kinderen ervaren de tegenslag als minder vervelend, omdat het ook leuk was om te doen, als het mislukt.
Doordat kinderen vaak met zijn tweeën of drieën bij Volta zijn, kunnen we ze ook samen uitdagingen aan laten gaan. Dan voelt een mogelijke faalbeleving vaak minder erg.